woensdag 10 december 2014

Volgend jaar zien we wel weer


Landerig leunen de vers gekapte kerstbomen tegen het hek, dat de boer voor hen op zijn drassige erf heeft neergezet.
Zodra we uit de auto stappen zwaait de deur van de oude boerderij open en een enorme  hond stuift slippend op ons af. Modderspatten vliegen ons om de oren en ik kan ternauwernood voorkomen dat hij zijn vieze wollige poten liefdevol op mijn schouders legt.
Hij snuffelt en kwispelt alsof ik gisteren nog met hem heb gespeeld, maar ik kom hier maar één keer per jaar, alleen om een kerstboom te kopen. 
En deze grote ‘speelgoedhond’ gedraagt zich altijd en tegen iedereen zo.

Rustig stapt de boerin in haar klompen en komt achter de vierpotige enthousiasteling aan.
’Straks sluit ik hem op want niet iedereen vindt het prettig, hij ziet er ook wel vervaarlijk uit.’
‘Het eerste jaar dat ik hier kwam schrok ik me lam! Maar het is een goedzak. Wat mij betreft mag hij voorlopig rondrennen. Hij zal straks hard genoeg protesteren als hij een poos in de stal moet blijven!’ 
Van vorige jaren weet ik hoe luidruchtig hij tekeer gaat om zijn ongenoegen kenbaar te maken.

We lopen rond en keuren de bomen. We tillen ze op, draaien ze rond leggen ze weer neer en pakken een ander. Grote sprietige, kleine compacte, mooie gelijkmatige of een exemplaar waar ineens een gat in blijkt te zitten.
‘Hoe groot wil jij hem? Ik wil een grote voor op het balkon.’ 
‘Ik vind deze prima, niet zo groot, mooi compact en de kant waar dat gat zit zet ik wel tegen de muur.’
Twee stuks verdwijnen in de achterbak.
Voor dit jaar zijn we klaar. 

Althans wat de aankoop betreft. 
Thuis rijst de vraag welke boom nu van wie was? Volgend jaar neem ik een rood lintje mee. Hoezo volgend jaar?
Nu moeten we de kamer ombouwen en in kerstsfeer hullen.
Hoe deden we dat ook alweer? Hadden we er een kistje onder of stond de boom zo op de grond?

Eerst moeten de pompoenen, eikels en kastanjes het veld ruimen. 
Waar laat ik die? 
Ze in de kliko gooien of in de kelder te laten verrotten is jammer, dus gaan ze in een zak in de bijkeuken. Daar vind ik ze waarschijnlijk over een paar maanden ook verrot terug, maar dan heb ik het toch geprobeerd.

Dan moet de boom in een stevige pot, een zware klus. De versieringen en de verlichting staan in de kelder en we overleggen wat het dit jaar wordt. Goud, zilver of naturel.
Een luxe probleem, maar toch.

Dan volgt het plezier dat ieder jaar meer inspanning vergt: het optuigen. 
Van de restjes maak ik een kerststukje voor op de grote tafel. Dan de andere klusjes: het kersttafelkleed opstrijken, de kaarsenstandaards poetsen en een geschikt plekje voor het kerstwandkleed voor de kinderen zoeken.
Als alles klaar is zijn we uren verder en eigenlijk doodop.

Maar de huiskamer straalt en blij kijken we rond: het is al een beetje kerstfeest geworden.
Elke gedachte aan Spanje, de Canarische eilanden of een ander zonnig kerstvakantieoord is op slag verdwenen.

In het donker en door weer en wind zullen we ook dit jaar weer naar de kerstavonddienst fietsen en achteraf drinken we gezellig wat bij vrienden.

De heerlijke, druilerige, Nederlandse Kerstdagen staan voor de deur. 
En volgend jaar, volgend jaar zien we wel weer.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten