woensdag 6 november 2013

Water, wind en uiterwaarden



Buiten lokt het najaarszonnetje. 
Josefine wil naar buiten, de frisse kruidige herfstlucht opsnuiven, de rivier zien.
Met haar rollator schuifelt ze voorzichtig naar de lift. Eenmaal beneden moet ze door de ingewikkelde beveiligingssluis van de luxe seniorenflat naar de voordeur.
Eindelijk staat ze buiten. Ze ademt diep in. Soms voelt ze zich zo vreselijk opgesloten in deze veilige bunker midden in de stad.
Buiten, in de smalle beschaduwde steeg tussen de hoge, dicht op elkaar staande huizen, blaast de kille wind ritselend de bladeren op een hoop.
De rollator hobbelt moeizaam over de ongelijke keitjes en het glibberig geworden gevallen blad, in de richting van het zonnige zijstraatje. 

Boven, vanachter het raam van zijn boekenkamer kijkt Paul haar bezorgd na. 
Ze is onlangs weer gevallen, dat was al de derde keer, maar wat moet hij? 
Die vrijheidsdrang, dat verlangen naar buiten, naar frisse lucht en de rivier, daar kan hij toch niets aan veranderen. 
Vandaag lokken de zon en het prachtige herfstweer haar. 
Ze moet eruit, buiten leeft ze helemaal op, dus laat hij haar met zorg in zijn hart gaan.

Hij pakt één van de pijpen van het pijpenrek en steekt de brand erin. 
Dan neemt hij een boek uit de hoge, kamerbrede boekenkast. Zoekt even in de stapel tijdschriften tot hij het juiste nummer heeft en installeert zich in zijn grote rookfauteuil. In deze kamer is geen sprake van frisse lucht en hij mist het niet. 
Pijptabak en oude boeken, daar ruikt het hier naar en daar houdt hij van.
Hij weet niet hoeveel boeken en tijdschriften hij heeft, er is zoveel dat hij wil lezen en herlezen. Rustig leest hij, terwijl de ruimte zich vult met tabaksrook.

Josefine is nu in een zonnig straatje aangekomen. Ze kijkt even omhoog langs de mooie oude gevels en loopt op haar gemakje verder. 
Ze geniet van de kleurige herfstpracht en groet zo nu en dan een buurtgenoot. 
Bewust diep inademend wordt ze rustig en blij, wat stram bukt ze zich en raapt een aantal rode en gele eikenbladeren op. 
Ze besluit daar herfstkaarten van maken en allerlei vrienden zomaar eens een kaartje te sturen. Ze legt de blaadjes voorzichtig in haar rollatormandje.

Daar is de IJssel, de zon danst op het water. 
Voorzichtig gaat ze voetje voor voetje het hellinkje af en eenmaal beneden op de kade verstomt het geraas van het verkeer boven op de dijk. Ze gaat zitten op haar rollator.
Hier heeft ze helemaal haar rust, haar meditatieve moment. Ze geniet, drinkt haar omgeving in en kan haar zorgen loslaten.
Het schitterende water, de wind in haar gezicht en het uitzicht op de groene uiterwaarden aan de overkant, dit is haar eigen ‘wellness-centre’. Haar hart klopt sterker, haar wangen krijgen kleur, ze geniet.

Haar oude kunstenaarshart krijgt een nieuwe impuls. Ook al is ze ver over de 80 en behoort het schilderen van grote stukken niet meer tot haar mogelijkheden, als ze inspiratie heeft wil ze er iets mee doen. Al is het maar kaarten maken met herfstbladeren.
Creatief zijn houdt haar levendig en alert. Soms, als ze niet kan slapen en er wel ideeën opborrelen, zit ze ’s nachts te tekenen of collages te maken.

Zo dagdroomt, denkt en mediteert ze daar een poosje. 
Als ze het koud krijgt, staat ze voorzichtig op en gaat naar huis. 




1 opmerking:

  1. "Ze geniet, drinkt haar omgeving in en kan haar zorgen loslaten." voor mij de zin die er uit sprong! Mooie levenskunst! [MR]

    BeantwoordenVerwijderen