woensdag 20 november 2013

Laatste wens


Onlangs las ik het volgende berichtje:
‘Vrouw van 88 laat laatste wens tatoeëren op haar borst.’ Op de bijbehorende foto staat het decolleté van een oudere vrouw waarop ‘niet reanimeren’ is getatoeëerd. Dat kun je wel een ultieme laatste wens noemen.

Wanneer je boven de zestig bent zijn hart- en herseninfarcten bij bekenden regelmatig aanleiding tot gesprek. Wat als het jou of mij treft?
Wanneer zich een infarct voordoet, is voor het sein ‘niet reanimeren’ meestal geen tijd of gelegenheid meer. IJverige ambulancemedewerkers of vrijwilligers met een E.H.B.O.-diploma, brengen al snel vol goede bedoelingen hun vaardigheden in praktijk.
Als je dan zoals deze 88-jarige vrouw, op de plaats waar je gereanimeerd moet worden, hebt laten tatoeëren dat je geen gedoe meer wilt, is dat tenminste duidelijk.

Het bezig zijn met de dood hangt vaak samen met je levensfase. Oudere mensen denken daar anders over na dan jongeren. Jonge mensen gaan niet snel een plekje op de begraafplaats uitzoeken, zoals ik dat onlangs van een ouder echtpaar hoorde.
Ik las over een vrouw van 102, die tegen haar vijftigjarige kleindochter zei: ‘Eerst ben je bang voor de dood omdat je het nog te druk hebt met leven. Daarna niet meer, want bij elke ziekte verwacht je hem. Maar nu heb ik het gevoel dat hij mij heeft overgeslagen, en dat is ook niet alles, hoor.’
Een bekend gedicht vertelt over een poging tot vluchten voor de dood:

Een Perzisch edelman 

Vanmorgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: 'Heer, Heer één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de and’re kant.
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Isfahaan!'

Vanmiddag - lang reeds was hij heengespoed - 
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.
'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'hebt gij vanmorgen vroeg mijn knecht gedreigd?'

Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Isfahaan.

De onontkoombaarheid van de dood wordt hier fijntjes weergegeven. 
De mens kan in zijn jeugd met de dichter Marsman denken en dromen over het geweldige leven dat voor hem ligt:

‘Groots en meeslepend wil ik leven!
hoort ge dat, vader, moeder, wereld, knekelhuis!’

We denken dat het ons zal lukken ons leven lang jong, sterk en avontuurlijk  te blijven. 
We denken nooit zo te zullen worden als onze ouders, laat staan als onze grootouders.

Daarna komt meestal de fase van het willen vluchten voor de dood. 
We hebben te veel om voor te leven, teveel verantwoordelijkheden te dragen om al te kunnen sterven, denken we. 
Maar oud geworden, weten we hoe kwetsbaar en eindig het leven is. 
Dat niet wijzelf maar een Ander daarin het laatste woord heeft. 
Vluchten naar welk ‘Isfahaan’ dan ook, heeft geen zin en zelf willen we ook niet langer vluchten. Sommigen zoeken alvast een mooi plekje op het kerkhof uit en anderen tatoeëren als niet mis te verstane laatste wens ‘niet reanimeren’ op de borst.

Totaal onverwacht sterven of rustig ‘s nachts inslapen, dat lijkt mij het mooist. 
Zonder medische hectiek afreizen naar de eeuwige rust bij onze Heer en God, is mijn ultieme laatste wens.

Al dan niet met tattoo.




1 opmerking:

  1. Mooi indringend gedicht van Isfahaan! ...verder wordt ik een beetje stil van deze blog, ik denk (nog) niet vaak zo concreet na over de dood merk ik. [MR]

    BeantwoordenVerwijderen