woensdag 4 december 2013

Aliens?


Zo zacht mogelijk sluip ik de trap af. Dat valt niet mee in een oud huis waar alle vloerplanken en traptreden kraken. Bovenaan de trap geeft het nachtlampje aan waar de leuning begint. Het is ver na middernacht en overal heerst diepe rust. 

Geruststellend knipoogt het rode lampje van de rookmelder me toe. 
Nog een treetje lager worden de vijf blauwe lampjes van de wifi en het rode lichtje van de losse contactdoos in de hoek zichtbaar. 
Allemaal bekende bakens op mijn nachtelijke excursies. 
Vannacht blijkt ook de TV per ongeluk nog op ‘stand-by’ te staan, het rode lichtje markeert waar de serre begint. 

In de huiskamer is het erg koud, de kachel staat laag en de kamer baadt in een ijskoud, wit licht, waardoor het extra koud aanvoelt.
Waar komt dat kille licht vandaan?
Alle kleur lijkt onttrokken aan de meubels terwijl het toch licht genoeg is om zonder aarzelen je weg te vinden. 

Ik schuif het gordijn aan de straatkant opzij, de straatlantaren voor de deur straalt een geruststellend geel licht uit. Die is het dus niet.
Brandt ergens hierbinnen nog een lamp?
Door het rooster in de kelderdeur schijnen een paar dunne streepjes gelig licht: we zijn vergeten het licht beneden uit te doen.

Het kille, heldere licht schijnt ook in de tuin op de grote witte muur. Aliens of zo?
Lichtgevende wezens die naast onze appelboom uit hun schotel stappen en mij sommeren mee te gaan of, om in de sfeer van deze kersttijd te blijven: een engel, die opeens in de tuin staat met een boodschap voor mij?
Wat zou ik doen?

In de serre kijk ik omhoog, daar staat een grote volle maan stralend pal boven onze serre. Vandaar deze overvloed aan licht.
Het lijkt het een plaatje uit een Sinterklaasboek: Zwiepende takken, volle maan en wolkflarden die voor de maan langs trekken: ‘Zie de maan schijnt door de bomen’.

Ik doe in de serre de TL aan. Onder deze omstandigheden lijkt die een warm en gezellig licht te verspreiden.
Aan mijn werktafel schrijf ik wat geheugensteuntjes op: het felle witte licht, de vreemd on-eigen huiskamer en de ijzige nachtkou.

Na een poosje besluit ik, voornamelijk vanwege de kou, weer naar boven te gaan. Eerst nog een beschuitje. In de keuken knippert de batterij-oplader van het fototoestel met fraaie gele lampjes. 
De display van de combi-magnetron toont met lichtgevende rode cijfers dat het 3:20 uur is en als ik de boter pak, stroomt het koude koelkastlicht naar buiten.
Het beschuitje is snel op, het licht weer uit en ik loop, voor ik weer naar boven ga, naar de serredeuren en kijk naar de tuin, de lucht en de maan.
Rechts door het bijkeukenraam zie ik het groene lampje van de wasmachine  knipperen, de was is klaar.

Volgende week kopen we een kerstboom. Hoewel ik ’s nachts genoeg lichtjes bij elkaar sprokkel voor een complete kerstboomverlichting, blijven die verspreid, kil en ongezellig.
Volgende week kan ik ’s nachts even de kerstboom aandoen en hoewel dat geen kacheltje is toont het wel warmer.

Als ik de trap oploop kijk ik nog even om naar de verlichte tuin en lach in mezelf; wat als er echt aliens of engelen waren geweest?





1 opmerking:

  1. Zo ben ik ooit 's ochtends vroeg op mijn knieƫn gezonken... voor een 100 W lampje, wat uiteindelijk geen engel bleek te zijn :-) [MR]

    BeantwoordenVerwijderen