woensdag 14 augustus 2013

'We zijn er weer'


‘We vertrekken zo ongeveer eind van de week en over twee of drie weken zijn we er vast wel weer.’ 
Met dank aan de mobieltjes worden tegenwoordig geen exacte data of vakantieadressen meer achtergelaten, iedereen kan gewoon gebeld worden als er iets is. 

Vroeger dreigde ik: ‘Als je geen adres achterlaat, kunnen wij dood en begraven zijn voor ze je hebben gevonden’, maar dat snijdt nu geen hout meer, want iedereen is altijd overal bereikbaar. 

Op het journaal verschijnen beelden van noodweer in midden-Frankrijk. 
Zaten de kinderen daar niet? 
Op zo’n rustieke camping aan een klein beekje? 
Uit ervaring weet ik dat die kleine beekjes bij noodweer in minder dan geen tijd in grauwende, woeste, nietsontziende bergstromen kunnen ontaarden, die met vernietigende kracht grote keien meesleuren en halve weilanden verplaatsen. 
Maar bellen kan niet, ze hebben vakantie. 
Ook van hun (schoon)moeder.

In de krant lezen we berichten over extreme weersomstandigheden aan de Middellandse Zeekust. Harde wind veroorzaakt hoge golven en verraderlijke stromingen. 
Veel mensen kunnen de verleiding niet weerstaan in die prachtige golven te duiken. Zeven doden in één weekeind is het gevolg. 
Hadden de anderen daar niet een huisje? 

Ze zullen de kinderen toch niet het water in laten gaan? 
Ik weet hoe gevaarlijk het is - ik ben aan zee opgegroeid - maar zij niet. 
Wat weten zij nou van de zee? 
Maar ik kan natuurlijk niet bellen om te waarschuwen of te vragen of alles goed is. 
Ik weet niet eens precies waar ze zitten. 

Nu.nl meldt dat sinds acht uur ‘s morgens lange files voor de Gotthardtunnel staan. 
Zijn ze daar al voorbij? Sommige auto’s staan uren vast in de brandende zon, vaak met kinderen aan boord. 
‘Kleine aanrijdingen’, ‘verhitte gemoederen’, dat klinkt niet erg, maar als het jou betreft is ook blikschade en de toorn van je buurman een heel vervelend begin van de vakantie.
Ik weet niet precies hoe lang het rijden is en wanneer ze daarlangs komen. 
Hopelijk hoeven zij er niet zo lang te staan.

Intussen zitten wij in onze tuin. De temperaturen lopen op tot 34 graden, we fietsen een stukje en koelen af met een ijsje aan de IJssel.
Kleine dingen van een zomerse vakantiedag.
Het is rustig om ons heen, de telefoon zwijgt soms dagenlang en de krant is zomers saai en dun.
Op gezette tijden sproeien we de tuin, geven de plantjes van de vakantiegangers water, eten onze Griekse maaltijdsalades met een glaasje wijn en zeggen: ‘Het is net of wij ook op vakantie zijn.’

Maar toch knaagt het een beetje.
Als iedereen ‘rustig’ hier is, zien we ze lang niet elke twee weken, maar nu lijken ze zo kwetsbaar en ondanks de telefoon, zo onbereikbaar ver weg.

Eindelijk, de telefoon!

‘We zijn er weer hoor, mam. We hebben het heerlijk gehad. We komen gauw eens langs. Zal ik vast wat foto’s sturen?’
Er komt een mail met wat zonnige vakantiefoto’s en soms hoor ik later de verhalen erbij. 
Soms ook niet, maar dan waren de stralende gezichtjes al verhaal genoeg.

De vakantie is hen meer dan gegund, maar het liefst hoor ik toch: 
'We zijn er weer hoor, mam!’ 







1 opmerking:

  1. ...ik zal het onthouden :-) ...meteen bellen na de vakantie! (MR)

    BeantwoordenVerwijderen