woensdag 9 april 2014

Beschermd


‘Alles van waarde is weerloos,’ sprak Lucebert en dat is maandag weer bewezen.
Met zijn scherpe tandjes heeft een steenmarter zich een weg door het inwendige van onze auto geknaagd. De auto heeft het lijdzaam ondergaan en voor de gevolgen moeten wij opdraaien.
Gelukkig heeft hij zich beperkt tot de slangen van ruitenwissersproeiers. 
Want toen ik in de garage mijn verbazing erover uitsprak buitelden de verhalen over elkaar.

De monteurs vertellen allerlei sappige details over hun vondsten onder de motorkap en even later blijkt het nog erger te kunnen.
In de ‘wachthoek’ zitten al drie anderen te wachten. De stoelen zijn zo design dat je er nauwelijks langer dan vijf minuten op kunt zitten, maar in de hoop dat de auto snel klaar zal zijn zak ik voorzichtig neer. 
Een man kijkt mij verwachtingsvol aan.
‘Ook even wachten? Nou ja, hoewel ze vaak zeggen ‘U kunt erop wachten’ duurt het toch geregeld knap lang.’
‘Hij staat al op de brug. Ze moeten de slangen van de ruitenwisservloeistof vernieuwen, het schijnt dat een steenmarter die heeft doorgeknaagd.’

De man verschiet van kleur.
‘O, breek me de bek niet open over steenmarters! Ik moet elke dag alles controleren. Dode vogels, konijntjes, eekhoorns, eieren, alles heb ik al onder de motorkap gevonden. Al die dieren met de kop eraf gebeten, smerig gewoon. Weet je dat die beesten in één nacht wel 15 kilometer kunnen lopen? Zelfs met zo’n groot ei. Dat houden ze tussen hun voorpoten en lopen op hun achterpoten.’

Hij geeft het formaat van een flink ganzenei aan en ik vraag: ‘Heeft u dan buren met kippen of ganzen?’
‘Nee, helemaal niet. Ik woon wel een beetje buitenaf, maar kippen heeft niemand. Soms vind ik ’s morgens wel vijf eieren op de radiateur. 
Ze brengen ook heel veel meeuwen. Meeuwen zonder kop. Die leggen ze allemaal keurig neer. De deken onder de motorkap hebben ze weggevreten, de bougiekabels doorgeknaagd en de bekleding van de remkabels er afgevreten. Elke morgen kijk ik onder de auto of er geen kabels of leidingen onderuit hangen. Je mag er niets tegen doen, geen vallen, geen klemmen, geen gif. Ze zijn beschermd’

‘Maar dat is allemaal toch heel gevaarlijk?’
‘Nou ja, je moet opletten. Soms zie je helemaal het koper blootliggen en dan weet je: foute boel. En ga je maar weer naar de garage.
Laatst heb ik een elektrisch apparaatje laten plaatsen. Aangesloten op de accu geeft dat een hoge toon die dieren wel, maar wij niet horen, 115 euro kostte dat. Prompt lag mijn halve elektrische systeem eruit. Die reparatie kostte me weer 400 euro. Maar goed, sindsdien heb ik geen last meer gehad en dat is nu al zes weken.’

Ik durf niet te vragen waarom hij vandaag weer bij de garage zit. Ik voel me bijna bevoorrecht dat ze ‘alleen maar’ een paar slangetjes hebben doorgeknaagd en vraag voor de zekerheid aan de monteur of ze nog meer knaagsporen hebben gevonden. 
‘Nee en we hebben er nu slangetjes zonder visolie ingedaan, die lusten ze niet.’
De schade is 40 euro, wat een koopje!

Ik hoop dat onze marter vertrokken is, want ik zou het boekje erbij moeten halen om de klep te openen en dan nog niet weten waar ik naar moest kijken.
En elke morgen op m’n knieën controleren of er geen slangen of kabels onderuit hangen, is ook niet de ochtendgymnastiek die mij leuk lijkt.

Ik vraag me inmiddels wel af wie er nu eigenlijk tegen wie beschermd moet worden. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten