woensdag 2 april 2014

Erg leuk gespeeld


Met een klap slaat de voordeur open en Sander stuift de kamer door. 
Mijn ‘Deur achter je dicht!’ kaatst af tegen de dichtslaande wc-deur. Hij moet duidelijk heel nodig.
Als hij weer tevoorschijn komt wil hij gelijk wegrennen, maar wij houden hem staande:
‘Wat zit daar om je schoen?’ ’Waar zijn jullie?’
‘O, dat is uit zo’n cassettebandje. We spelen met Jeroen in de boomgaard, daar staat een sloopauto, hartstikke leuk hoor!’  
En weg is hij.

We logeren een weekend bij vrienden die in het koetshuis van een landgoed wonen. Hun zoon Jeroen en onze jongens zijn 5, 6 en 7 en ze  struinen de hele middag al samen rond. 
Hans, onze vriend, fronst zijn wenkbrauwen als Sander weg draaft en achter het landhuis  verdwijnt. ‘Wat doen ze toch?’
Thea zegt vol vertrouwen: ‘Ach joh, ze spelen leuk samen, ze kunnen daar geen kwaad, laat ze maar.’

We pakken ons gesprek weer op, maar na een poosje begint Hans te twijfelen: 
‘Ik ben er niet gerust op. Die sloopauto, die is vorige week toch weggehaald? Ik wil even gaan kijken.’
Onze mannen wandelen rustig pratend in de richting waarin Sander verdwenen is. Onderweg zien ze overal slierten tape uit cassettebandjes liggen en ze gaan steeds harder lopen.
‘Zullen wij ook even gaan kijken?’ vraag ik en wij wandelen, ons verbazend over alle slierten tape overal, ook naar de boomgaard.

Tegen de tijd dat wij daar aankomen, is er weinig rustigs meer aan onze mannen. Ontsteld lopen ze om een geblutste en onttakelde auto heen. 
Er heeft op dat terrein inderdaad een oude auto gestaan, waar Jeroen met zijn vriendjes in mocht spelen, maar die is vorige week weggehaald. 
Een paar dagen later werd deze auto daar geparkeerd door een medewerker, die vijf weken op vakantie ging en zijn auto zolang veilig wilde stallen.  

Jeroen wist niet dat de sloopauto was weggehaald en ook niet dat er een andere auto was geparkeerd. Hij had tegen onze jongens gezegd: 
‘Kom we gaan met de sloopauto spelen.’
In de boomgaard aangekomen durfde hij niet te zeggen, dat dit niet de sloopauto was. 
De eerste schop was al snel gegeven, de eerste wieldop vloog er gemakkelijk af en daarna ging het allemaal snel.

Ze trokken zich op aan de ruitenwissers en dansten op de motorkap, het kleine raampje bleek eenvoudig met een steen in te tikken en zo konden de deuren open worden gemaakt. Binnen werden het dashboard, de cassettespeler en de kastjes volledig gedemonteerd. Vandaar al dat tape. 
We komen woorden tekort, wat moeten we doen? 
Er is een goede auto totaal gesloopt en wel door onze kinderen. Er is niets meer heel. 
Zelfs de handels van de richtingaanwijzers en het licht hangen er geknakt en amechtig bij.

‘Toen ik aankwam stond Jeroen op het dak te dansen,’ zegt Hans ontdaan. ‘Michiel gleed er net via de achterruit vanaf en Sander leefde zich met de antenne en een ruitenwisser uit op het drumstel dat hij van de wieldoppen heeft gemaakt.’
We bekijken de vernielde auto, het geïmproviseerde drumstel en de drie schuldigen.
‘Zoiets doet Jeroen niet uit zichzelf, hij is altijd heel bedachtzaam en rustig.’ zegt Thea met een veelzeggende blik naar onze jongens.
Ik zeg niets. Bedachtzaam en rustig zijn niet bepaald omschrijvingen, die op onze jongens van toepassing zijn, maar zomaar een goede auto slopen, nee, dat hebben zij ook nog nooit gedaan. 
De groep bleek meer te zijn dan de som der delen.

Omdat het weekend is kunnen we niets doen behalve de onfortuinlijke autobezitter bellen.
Wat de WA-verzekeraar hiervan zal vinden moet maandag blijken.
Het bleef die avond nog lang onrustig in het koetshuis.



4 opmerkingen:

  1. Reacties
    1. Tja, foto's maakte je destijds nog niet zo veel en gemakkelijk als tegenwoordig.

      Verwijderen
  2. O, ik had er best bij willen zijn! Krijg zere kaken van het lachen inhouden. Je schrijft zo beeldend dat ik het echt voor me zie.

    BeantwoordenVerwijderen