dinsdag 8 oktober 2013

Stoffig, saai en slaapverwekkend

1965
Vanmorgen om zeven uur rammelt de wekker mij onbarmhartig wakker. 
Eenmaal op de fiets begin ik te klokken zodat ik straks precies weet hoe lang ik erover doe. Na ruim een half uur arriveer ik bij de steile helling van de fietsenstalling. 
Hier begint nog een wandeling door de kelder, via de trappen en een luchtbrug naar het andere gebouw. 

Om tien voor half negen ben ik op het Archief. Ik heb nog tijd over. Mijn vader, die ook ergens in deze kantoorkolos werkt, heeft me op het hart gedrukt: ‘Kom beslist niet later dan vijf voor half negen op de afdeling aan!’ 
Hier ben ik, glansrijk op tijd.

De oude heren die het Archief bevolken zijn er bijna allemaal al. Ik krijg wonderlijke witte hoesjes over mijn mouwen en een oranje rubber vingertopje om de papieren beter van elkaar te kunnen scheiden. Dan volgt een korte uitleg over mijn werkzaamheden. 
Het zal er voornamelijk op neerkomen dat ik een paar honderd keer per dag in gedachten een stukje van het alfabet moet opdreunen om zeker te weten welk briefje waar moet.
‘Aalders, Abdeel, Adema, ehh, Agtereek of Achtereek, nee, Achtereek komt 
natuurlijk na Abdeel, goed, nu komt Akkerman.’

Eerst sorteren en dan met de gesorteerde stapeltjes het Archief in. Dossiers in de grote kasten opzoeken en vervolgens de briefjes op naam en datum opbergen.
In het Archief is het nog muffer en stoffiger dan in de sorteerkamer, waar het raam een stukje open kan en waar hoog boven de binnenplaats nog een klein vierkantje blauwe lucht zichtbaar is. Ik krijg een niesbui, maar heb geen zakdoek.
De morgen kruipt, men zwijgt voornamelijk. Mijn ogen worden zwaar.

In de verte hoor ik het rammelende koffiekarretje dichterbij komen. Dan komt het koffiemeisje de kamer binnen.  Ze deelt de koffie rond en kijkt mij vragend aan.
‘Ook koffie graag’, zeg ik om toch vooral door mijn bejaarde collega’s voor vol aangezien te worden. Ik ben pas vijftien en heb nog nooit koffie gedronken.

Eigenlijk was ik ook liever vakantie-koffiemeisje geworden in plaats van vakantie-archiefmeisje. Zij is beter af dan ik. Zij kan rondlopen en ziet steeds andere mensen, terwijl ik vier weken lang al niesend moet optrekken met deze oude mannetjes en zal moeten proberen mijn ogen open te houden. 

Maar over vier weken heb ik twee honderd gulden op mijn rekening. 

Brommer in zicht!  


☆Volgende week deel twee.


1 opmerking:

  1. ...en dan nu de onvermijdelijke vraag na het lezen: 'Hoe smaakte die eerste koffie?' :-) (MR)

    BeantwoordenVerwijderen