woensdag 20 augustus 2014

From the house


Vlagen regen en wind striemen langs de ramen, donder rolt galmend vanaf de bergen naar beneden en cartooneske bliksemschichten schieten alle kanten op.
Grieks vakantie-weertje, maar dan net even anders.

Iedereen kruipt weg op een droog plekje om zich met een boek, een spelletje of een gesprek te vermaken en bestelt in plaats van ijskoffie liever een lekkere warme cappuccino of ‘café filtre'.
Gelukkig breekt ’s middags de zon door en wordt het weer druk op de boulevard, die dampend ligt te drogen in de warme zon. 
De stoelen en loungebanken op de terrassen zijn al snel allemaal weer bezet en de obers draven tevreden heen en weer.
Ook wij veroveren een plekje onder één van de grote parasols en gaan na de cappuccino weer over op ‘kafé frappé’, de volksdrank die iedereen hier eindeloos drinkt: ijskoude opgeklopte Nescafé, al dan niet met suiker en melk.

Ik loop even naar binnen om de jongen achter de bar de menukaart te vragen. 
Als ik weer buiten kom raast opeens een felle rukwind met grote kracht over de boulevard. 
Rechts van mij wordt een grote boulevardparasol met betonnen standaard en al opgetild en als hij neerkomt danst hij vrijgevochten verder, achternagezeten door de café-eigenaar.
Geamuseerd blijf ik daarnaar kijken, zodat de harde dreun op mijn schouder totaal onverwacht komt en ik als een bowlingkegel omver ga. 
Ook onze parasol blijkt het luchtruim te hebben gekozen en is nu boven op mij geland. 

Paniek alom. Behulpzame handen tillen de zware parasol van mij af. De barjongen komt naar buiten gerend, klapt hem dicht en sjouwt hem naar binnen. De dame van het restaurantje ernaast komt met een flesje water, terwijl de omstanders toesnellen met goede raad.
Ineens hoor ik iemand zeggen: ‘De ambulance is onderweg.’
O nee, dat wil ik niet. Ik ben graag in Griekenland, maar met de ziekenhuizen hier heb ik helemaal niets, daar ben ik al eens geweest.

Maar zittend op de grond en nog bibberig van schrik, overtuig ik kennelijk niemand.
‘Misschien toch goed dat je het even laat checken.’ zegt een Nederlander, die water uit het flesje over de snel groeiende bult op mijn hoofd giet. 
‘Let the doctor have a look, just to be sure,’ meent een Engelse.
Ook doet iemand in het Grieks een duit in het zakje, maar ik herhaal in alle talen die ik ken: ‘Ochi, no, nee, ik wil het niet!’

‘Probeer eerst maar eens of je alles kunt bewegen.’ zegt mijn echtgenoot nuchter. 
Dat lukt wonderwel. Bont en blauw maar ongebroken krabbel ik overeind en we zoeken een stoeltje in de schaduw om mijn tollende hoofd tot bedaren te brengen.
‘Is die ambulance al onderweg?’ vraag ik aan de vrouw die gebeld heeft.
‘Nè, nè, Yes sure.’ 
‘Dat wil ik niet, hoor! I am okay!’

Gelukkig hebben we baat bij de overtuigingskracht van mijn echtgenoot, die in het Grieks gedecideerd zegt: ‘Bel nog maar een keer en zeg dat er geen ambulance nodig is!’
Aarzelend kijkt ze van de één naar de ander want dit is toch wel een heel jammerlijk eind van het boulevard-spektakel. Teleurgesteld verspreiden de mensen zich.
Een ambulance met gierende sirenes was veel mooier geweest.

Eerst drink ik het flesje water leeg en dan komt de barjongen naar buiten en zet twee koffie voor ons neer: 
‘From the house.’ zegt hij snel en verdwijnt als een haas weer naar binnen.





2 opmerkingen:

  1. Wat een avontuur. Als ik naar een vreemd land wil, wil ik de taal machtig zijn!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat is absoluut erg gemakkelijk. Hoewel er steeds meer Engels gesproken wordt is dat op kleine, niet zo toeristische Griekse eilandjes nog niet altijd het geval.
      Bedankt voor je leuke reactie!

      Verwijderen