woensdag 26 februari 2014

De blauwe Rode Zee


Rimpelloos blauw strekt de Rode Zee zich voor mij uit. 
In de heiige verte zie ik vaag de horizon en een kleurig containerschip schuift zonder geluid, traag voorbij.
Het is nog vroeg, de ochtendmist hangt ragfijn over het water en geeft alles een sprookjesachtig waas. 
De lucht is aangenaam en fris, het zand kriebelt koel tussen mijn tenen, als ik naar het water slenter.

Links staat een rij stro-parasols als teken van hoop op toeristenstromen, die helaas nooit kwamen. De toeristen trokken liever naar Sharm-el Sheikh. Met spijt bedenk ik dat ik geen snorkel bij me heb en dus niet even onder water kan kijken of de onderwaterwereld hier net zo spectaculair is als daar.

Onderweg zijn we talloze verwaaide stro-parasols bij de lege staketsels van geplande toeristenparken tegengekomen. ‘Paradise Beach’, ‘Red Sea Resort’, ‘Park Eden’, het is allemaal nooit verder gekomen dan wat betonnen platen in het woestijnzand en uit de grond omhoog stekend ijzeren vlechtwerk. Waarschijnlijk waren de plannen groter dan de portemonnees. 
Hier en daar stond nog een verpieterd palmpje, dat men alvast hoopvol had geplant, maar dat zonder menselijke zorg hier niet kon overleven. 

Vannacht logeerden we in een hotel dat in elk geval nog een deel van de droom heeft kunnen verwezenlijken. 
De tuinen van het hotel worden voortdurend bevloeid en zijn daardoor prachtig groen. Overal hoor je water stromen en zo is hier een kunstmatige oase ontstaan met bloeiende planten en zacht fluisterende palmen.
Maar het strand en de stille zee hebben hun heel eigen charme, ik ben er zo door betoverd dat ik vandaag eigenlijk helemaal niet verder wil trekken. 

De meditatieve stilte die van de woestijn uitgaat brengt me meer rust dan de rondleidingen door eeuwenoude kloosters en het bewonderen van meer dan duizend jaar oude kerken. 
Want hoewel alles erg mooi en indrukwekkend is, is het vooral ook heel erg warm. 
Voor alles is een tijd. Wat mij betreft is het nu wel tijd voor deze koele stilte.

Samen lopen we door het frisse water en gaan languit onder de door wind en ongebruik gehavende parasols liggen. We praten over alles wat we afgelopen dagen gezien en gehoord hebben en over de plek waar we nu liggen.

Straks zal het oudste lid van onze groep het bijbelverhaal over de doortocht van het volk Israel door deze zee voorlezen. 
Dit stukje land en deze stille zee waren ooit het decor van een bijbelse gebeurtenis en een oude, knoestige, kromgegroeide gelovige zal zijn geloof met ons delen.

Als even later de sonore oude stem langzaam het hele verhaal voorleest, dwalen mijn ogen over het water, het strand en de snel warmer wordende lucht.

Ze mogen mij hier wel een paar dagen achterlaten, languit onder deze gammele parasol in het warme zand, starend, dromend en nadenkend aan de blauwe Rode Zee.

2 opmerkingen:

  1. Wat schrijf je toch mooi!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Marianne,
      Via een e-mail van Hadrian Liem kwam ik je blog op het spoor. Het is een herinnering aan jullie reis langs de koptische kloosters. Het bijbelverhaal over de doortocht van het volk Israel door de Rode Zee werd voorgelezen door het oudste lid van jullie groep, mijn lieve vriend Jozef Wijker. Hij is die "oude, knoestige, kromgegroeide gelovige" die zijn geloof met jullie deelde.

      Helaas kan Jozef al sinds Kerstmis 2014 (juliaanse kalender) niet meer met zijn "sonore stem" lezen in de kerk. Na 25 jaar kwam er ten gevolge van een steeds grotere slechtziendheid een einde aan zijn lectorschap binnen de Russisch-orthodoxe parochie van Amsterdam. Maar Jozef is nog steeds héél betrokken bij de parochie en verzuimt bijna geen enkele kerkdienst. Hij hoopt de publicatie van zijn Nederlandse vertaling van "Dieu est vivant" nog mee te beleven.

      Met een hartelijke groet van Marina van der Waag.

      Verwijderen