dinsdag 4 juni 2013

Stadse geuren en geluiden op weg naar huis



Op de brede stoep voor de ‘Stichting Werk en Inkomen’ ontmoeten twee mannen elkaar. 
Een grote, brede, in glimmend wit sporttenue gehulde bodybuilder groet met een nadrukkelijke knik een statige, langharige, in zwarte overjas gehulde jonge man: ‘Hai Joachim.’ 
De laatste steekt zwijgend zijn hand heel ietsje op. 
Dan passeren ze elkaar en vervolgen zonder verder contact hun weg. 
Een wolk van wiet en aftershave blijft op de stoep hangen. Van wie was wat? 

Het is druk op straat op deze onverwacht zonnige namiddag. 
Twee dametjes in bijna identieke, roze-grijs geruite jasjes, schuifelen kwebbelend achter hun rollators. 
‘Ik zag het aankomen.’ ‘Zoiets kàn toch niet.’ en ‘Ik had het al gehoord’ 
Roddeltjes, nieuwtjes, gewoon gepraat. 
Hun parfums wolken overdadig om hen heen en ook deze luchtjes zweven even door de warme straat.

Twee peuters in een bakfiets met een vrolijk fluitende vader achter het stuur zingen luidkeels het overbekende: ‘Olifantje in het bos....’ gevolgd door ‘Olifantje op de stoep, stap niet in de hondenpoep.’ 
Ze moeten er zelf vreselijk om lachen.

Bij de brug staan zij aan zij een paling-, een oliebollen- en een snoepkraam. 
Elk omgeven door zijn eigen uitgesproken geur. 
Er staan ook vanmiddag veel kopers voor de kramen te dringen. 
De palingman maakt alvast luidruchtig bekend dat hij zo naar huis gaat. 
Een sterke gerookte-vislucht trekt over het trottoir. 

De oliebollenkraam ertegenover is gehuld in de doordringende walm van frituurvet en zoet gebak. 
Eén van de verkoopsters zit op het trapje onbekommerd te roken en te kletsen, terwijl de ander een flinke rij klanten moet helpen. 
De rook van haar sigaret trekt dansend met de andere luchtjes over het water van de singel. 

Daarnaast staat ook nog een kleurige snoepkraam. Ook die heeft klanten genoeg. 
Het zijn het voornamelijk kinderen, die voor kleine bedragen tot de verbeelding sprekende puntzakken vol felgekleurd snoep meenemen. 
Met z’n drieën zorgen ze voor een heel aparte geur-sensatie daar op de brug.

Iets verderop bij de Turk op het plein, zitten mannen buiten thee te drinken en opgeschoten jongens proberen hun altijddurende honger te stillen met broodjes Döner . 
Hier mengen de grill-luchtjes zich met de koolmonoxide-dampen die zwaar over de rotonde hangen. 
Het schijnt niemand te deren. 

Soms kunnen de mannen elkaar door het voorbij denderende verkeer en het luidruchtige getoeter absoluut niet verstaan. Maar dat doet niets af aan de saamhorigheid daar onder de zwarte parasollen. 
Bovendien is het getoeter vaak gewoon een vriend, die één van hen wil groeten.

Een Intercity dendert over de spoorbrug.
De herrie achtervolgt mij als ik even later het stille Appelstraatje induik.
Hier staan op hoeken groepjes groene kliko’s te walmen in de warme zon, tot ze vanavond worden binnengehaald.

Het laatste hoekje voor ons huis is steevast het stekje van onze oude overbuurman. Bij de eerste zonnestralen komt hij zijn donkere huisje uit en gaat op het stoepje op zijn rollator zitten. We maken een praatje over het weer. 

Bij de snackbar op de hoek heeft de ronkende diepvrieswagen net de bevoorrading afgerond. De koeling draait luidruchtig stationair, terwijl de chauffeur binnen nog even wat drinkt. De snackbarhouder is ondertussen duidelijk ruikbaar de frituurpannen aan het opwarmen.

Vreemd, je kunt dagen door de stad lopen zonder iets bijzonders te ruiken of te horen in je omgeving, maar vandaag, op deze warme dag, hoor, ruik en zie ik opeens van alles. 

Thuisgekomen verwelkomen de gele roos, de weelderige kamperfoelie en een bak vol felrode geraniums me in mijn mooie stadstuintje.

Het is een geurige zomerdag.






1 opmerking:

  1. ...wat een prachtige olfactorische buurtverkenning! (MR)

    BeantwoordenVerwijderen