woensdag 16 juli 2014

Mijn ‘komşu’


Mijn Turkse buurvrouw heeft vanmiddag haar keukenstoel meegenomen naar de stoep aan de overkant van de straat. 
Daar koestert ze zich nu in het zonnetje.
Haar lange, zwarte rok hangt in plooien tot op de grond en om haar hoofd heeft ze als altijd haar zwarte hoofddoek met witte bloemen geknoopt. 

In haar eigen tuin komt nauwelijks zon. De uitgebouwde keuken, een garage en de waslijnen nemen alle ruimte in beslag. 
Als ik terugkom van het boodschappen doen, zwaai ik naar haar en verdwijn met mijn fiets onze zonnige tuin in.
Een praatje met haar maken kan helaas niet, want ze spreekt geen Nederlands. 

Wanneer ik wat later met mijn thee in de zon zit, hoor ik op de stoep aan de overkant een gezellig oploopje ontstaan. 
Er wonen hier in de buurt veel Turkse vrouwen die net als zij weinig of geen Nederlands spreken. Deze dames wandelden langs en nu kletsen ze geanimeerd met elkaar in het Turks, er wordt zo nu en dan hartelijk gelachen. 

Toen mijn buurvrouw hier zo’n dertig jaar geleden kwam wonen heeft ze wel pogingen ondernomen Nederlands te leren. Maar dat strandde al snel. Ze was te druk met haar huishouding en haar opgroeiende kinderen. Ze kwam niet aan Nederlands leren toe. Bovendien woonde ze in huis bij haar schoonouders waar de voertaal Turks was en ze ging nooit alleen op stap, dat hoorde niet. 

Communiceren doen wij dus voornamelijk via haar kinderen of haar man. 
Soms maakt ze wat lekkers voor ons klaar, want ze kan heerlijk bakken. Dan bedank ik haar met handen en voeten, maar kan niet vragen hoe ze het heeft klaargemaakt of welke speciale kruiden ze heeft gebruikt. Jammer, want ik ben altijd wel benieuwd naar buitenlandse recepten.
In de zomer, als van hun de barbecue heerlijke geuren opstijgen, komt onze buurman ook weleens een paar spiesjes brengen. 

Toen hun dochter trouwde, brachten ze zelfs een complete maaltijd en vierden ze dagenlang feest.
Die trouwerij was een kleurrijk geheel. Mannen met grote trommels begeleidden de bruidegom naar het huis van de bruid. Er moest een symbolische bruidsschat betaald worden en daarna mocht ze mee. Alles met veel handgeklap en gezang op straat.
Jammer, dat ik er niet met haar over kon napraten.

Nu ik haar daar zo in de zon zie zitten, besluit ik in elk geval in het Turks te leren groeten.
ik ga naar binnen en vind op internet dat ‘Goedemorgen buurvrouw’ -  ‘Günaydin komşu’  is en 'goedemiddag' - ‘Tünaydin komşu’. Dat moet te onthouden zijn.
Er staat een soort ‘vijfje’ onder de ‘s’ dat ons toetsenbord niet heeft en dat ik pas na een poosje rondklikken kan vinden. Maar dat maakt voor de uitspraak niet uit, denk ik.
Ik schrijf het over op een papiertje en stop het in mijn jaszak.

Op de stoep is de rust inmiddels weergekeerd en ik besluit het gelijk uit te proberen. Het is middag, dus ik moet ‘Tünaydin komşu’ hebben.
Met het briefje in mijn hand loop ik de tuinpoort uit en zeg verwachtingsvol:
‘Tünaydin komşu’.
Het gezicht van mijn ‘komşu’ begint te stralen en ze groet mij vrolijk terug: ‘Tünaydin komşu’.
Ik zal het briefje in mijn zak houden tot ik het uit mijn hoofd weet.

Kon ik maar eens gezellig met haar gaan zitten kletsen en thee drinken, ze lijkt me een vriendelijke, zachtaardige vrouw. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten