woensdag 30 juli 2014

Naamloze mus


Terwijl de thermometer gestaag boven de dertig graden stijgt vergeet ik de hitte en kijk gebiologeerd naar een kleine gast in onze tuin.
Hier scharrelen voortdurend veel jonge mussen rond, die na het uitvliegen eerst een dagje bij ons langs komen om aan de grote wereld te wennen. 
Maar wat ik nu zie kan niet, zo iets bestaat niet.
Ik kijk hem na terwijl hij onder de hortensia’s verdwijnt en houd hem zorgvuldig in het oog.
Doodstil zit hij in de schaduw en even denk ik dat hij de schaduw is.

‘Er zit een klein zwart vogeltje in de tuin.’
‘Een merel?’
‘Die is niet klein en een jonge merel is bruin. Hij is zo groot als een mus.’
‘Zwarte mussen bestaan niet. Waar zit hij dan?’
Voorzichtig wijs ik tussen de struiken en hoop dat hij niet weg zal vliegen.

Alsof hij ons hoort, hipt hij even heen en weer en fladdert dan de trompetbloem in. We blijven stil zitten kijken. Zien we het nu goed of komt het door het spel van licht en schaduw dat hij zo donker lijkt?
Dan komen zijn bruine soortgenoten erbij. Lichtbruin, donkerbruin, fel getekend en minder fel getekend, maar niet één is zo zwart als dit musje.

Hij voelt zich steeds vrijer, hipt over het straatje, eet uit de zaadsilo en pikt uit het potje vogelvet. Nu brengen we ons fotocameraatje in de aanslag. We hebben geen grote lenzen of statieven, maar met wat steun van de parasolstok en een beetje inzoomen moet het toch lukken. Hij zit niet verder dan een meter of drie, vier van ons af.

Hij staat er op. Overduidelijk zwart en zit hij naast een musje dat overduidelijk bruin is. 
De volgende vraag is natuurlijk: bestaan zwarte mussen?
Het Internet, de bron van weten voor onkundigen zegt van wel, maar er staat ook dat ze uiterst zeldzaam zijn. 
De stichting ‘De witte mus’, (dit verzin ik niet, die bestaat echt), wijdt er zelfs een filmpje aan.
Helaas lijkt hun zwarte mus helemaal niet op de onze.

We halen onze oude trouwe vogelgids, de ‘Petterson’ erbij. Maar daar staat hij niet in. 
Die ‘Petterson' hebben we ooit gekocht toen we in het oosten des lands kwamen wonen en nog geen mus van een merel konden onderscheiden. 
Hier zagen we zoveel vogels en wilden weten wat daar vloog. We weten het dus nog steeds niet.


Nu gaan we over tot het grotere werk en bellen de Vogelbescherming, op hun site staat dat zij beschikbaar zijn voor vragen. 
‘Interessant meneer, stuurt u maar een foto, we zijn benieuwd.’
Inmiddels is het vrijdagmiddag 4 uur, dus daar verwachten we voor het weekeind niet veel meer van.

De volgende dag blijkt het zwarte musje zijn voorlopige domicilie in onze tuin te hebben gevonden.
We fotograferen hem nog eens duidelijk samen met zijn anders gekleurde soortgenoten op de takjes van ons appelboompje. 
Onweerlegbaar bewijs.

Van de Vogelbescherming horen we niets meer, dus mailen we een site van vogelaars.
De foto’s sluiten we er dit keer gelijk maar bij.
Tot nu toe hebben we ook van hen niets gehoord.
Waren we dan toch blij met een dooie mus toen we dachten iets bijzonders in ons achtertuintje te zien? 

Als u het weet mag u het zeggen!


2 opmerkingen:

  1. Op de foto's zie ik een donkergrijze mus, niet echt zwart. Probeer er achter te komen of deze vogel nog bij een groep hoort, zoals de andere mussen, of (later) aan een partner komt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Tja, dat moet de tijd leren, ik weet niet hoe snel hij een partner hoort te vinden. Hij komt tot nu toe gewoon mee met de groep.
      In elk geval bedankt voor je reactie en je meedenken.

      Verwijderen