woensdag 21 januari 2015

Bric à brac


Door de smalle, donkere steeg loop ik naar een klein winkeltje.
De winkeldeur klemt en pas als ik heel heel hard duw geeft de oude deur krakend mee. 
Ik stap het smoezelige winkeltje binnen. 
De etalageruiten zijn sinds mensenheugenis niet meer gezeemd en de uitstalling ziet er stoffig en ongeordend uit.
Maar ondanks die vieze ruiten heb ik er vorige week een fraaie lamp zien hangen.

Aan een tafel, midden in het schemerdonkere winkeltje zit een bejaarde, wat morsige man. Boven zijn hoofd brandt een kaal peertje dat spaarzaam de winkel verlicht.
Naast hem ligt een bruine hond met de kop op zijn voorpoten, zijn oude-honden-luchtje hangt zwaar in de winkel. 
De man kijkt op van zijn krant: ‘Kan ik u helpen?’
Ik wil niet gelijk over die lamp beginnen, dat lijkt me niet goed voor de prijs en ik wil ook wel even rondsnuffelen.
‘Mag ik even rondkijken?’
‘Natuurlijk, ga uw gang.’ De man verdiept zich weer in de krant die voor hem op tafel ligt.

Hierbinnen is het nog veel rommeliger dan de etalage deed vermoeden.
In het midden staat de tafel van de baas en verder staan overal lukraak meubeltjes opgesteld: Een notenhouten kastje waar wat klein zilverwerk op ligt, een staande kapstok vol ouderwetse kleding, een antiek tafeltje met serviesgoed en langs de achterwand een hoge vitrinekast zonder glas met boeken en glaswerk. 
Aan de zoldering hangt een viezige lamp die onder de vliegenpoep zit naast het mooie glazen exemplaar waar ik op uit ben.

Ik blader door wat boeken en bekijk een doos oude ansichten maar het meeste is volslagen oninteressant. 
Bij een kast met glaswerk pak ik een mooi geslepen glas op.
‘Dat is echt kristal. Kost 3 euro,’ klinkt totaal onverwacht zijn krakende stem. 
Ik wist niet dat hij mij in de gaten hield, ik dacht dat hij las.
‘Ja, mooi, maar er is er maar één van.’ 
Hij bromt, ‘Ja, de mensen brengen natuurlijk geen complete glasserviezen.’

Het wordt tijd eens eens over de lamp te beginnen.
‘Ik ben al een tijdje op zoek naar een lamp. Wat moet deze kosten?’
Ik wijs om te beginnen op de vliegenpoeplamp die ik nog niet cadeau zou willen krijgen. ‘15 euro.’ 
Ik knik en wijs naar de lamp van mijn keuze. ‘Wat wilt u voor die hebben?’
‘Ja, daar hebt u een prachtexemplaar te pakken. Authentiek jaren dertig, voor 50 euro mag u hem meenemen.’
Ik staar peinzend naar de zoldering, ik vind hem mooi, maar 50 euro? Echt verstand heb ik niet van de prijzen van oude lampen. 
Voor mijn idee is het gewoon wat de gek ervoor geeft. In dit geval ben ik die gek en gaat het er dus om wat ik ervoor wil geven.

De man ziet mij kijken en dubben.
De mat-witte glazen schaal heeft kleine gele en groene vlekjes en hangt aan koperen kettinkjes, ik vind hem echt mooi. Ook passend in ons jaren twintig huis.
‘Wat vindt u van 40?’ komt zijn stem.
Ik zwijg nog even en zeg dan: ‘Ik zal het er thuis eens over hebben.’
’30, als u hem nu gelijk meeneemt.’
Betekent het feit dat de prijs zo snel zakt dat ik teveel betaal? Nou ja, ik heb niet eerder zo’n lamp gezien, we hebben een slaapkamerlamp nodig en ik deze bevalt me.
‘Goed, ik neem hem.’
Hij pakt heen oude krant en wikkelt die er kreukelig omheen. Ik vertrek tevreden.


Ongeveer een week later zie ik ergens anders precies zo’n lamp hangen, ik ga niet kijken wat hij kost.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten