dinsdag 7 juli 2015

Weldadige nachtrust


Een nevel van slaap verhindert nog duidelijkheid, maar langzaam en onverbiddelijk drijft een onaangenaam besef mijn bewustzijn binnen. 
Negeren is geen optie, verder slapen al helemaal niet, er moet iets gebeuren. 
Vies, lauwwarm water sopt tussen de lakens en al voor ik helemaal wakker ben weet ik dat opstaan onontkoombaar is. 
De rode nummers van de wekker geven 02:07 aan, niemand komt op dat tijdstip vrijwillig zijn bed uit en ik al helemaal niet. Dus sla ik eerst een arm naar de andere kant van het bed: 
‘We moeten eruit. We zijn doornat. Het bed is lek.’ 
Midden in de nacht druipend je bed uit moeten vanwege zo’n lek heeft iets afschuwelijk stoms en het ergst is dat we het vannacht nog moeten plakken. 
‘Waarom hebben we ooit een waterbed genomen?’, denk ik narrig.

Duf en slaapdronken kijken we we elkaar aan: ‘Kom op, het moet toch.’ Manmoedig slaat mijn wederhelft als eerste zijn benen over de bedrand.
‘Het lek zit vast aan de onderkant.’ verzucht ik pessimistisch, terwijl we rillend in de badkamer onze natte pyjama’s afstropen. We stinken naar water-met-algendoder en liefst wil ik heel heet douchen met een geurig doucheschuim, maar eerst moet het bed worden geplakt.
Slaperig schuifelen we achter elkaar aan tussen de slaapkamer en de badkamer. 
Door ervaring wijs geworden neem ik gelijk de wasmand mee. Nog half door slaap versuft trekken we het beddengoed van het bed en sjouwen de manden weer weg. 
Het water druipt eruit en laat op de vloerbedekking een soppig spoor na.
Met een gelaten zucht, ritsen we de tijk los. Daaronder dobbert in het stinkende water de half lege waterzak rond. 
Ik klappertand van kou en afgrijzen: wat een ontmoedigende aanblik in het holst van de nacht. Maar als we vannacht nog wat willen slapen moeten we aan de slag, want in ons overvolle huis is geen logeerkamer, waar we in een droog bed de ochtend kunnen afwachten.

Het vieze water hevelen we in emmers die we vervolgens ook weer naar de badkamer zeulen om ze in het bad te legen.
Het reparatiesetje ligt dit keer gelukkig waar het hoort te liggen. 
Soepel als een goed geolied team werken we zo geruisloos mogelijk door. 
De kinderen moeten liefst  blijven slapen.
Als het lek aan de bovenkant zit, kunnen we het gemakkelijk vinden en dan is het plakken snel gebeurd. We speuren hoopvol de bovenkant van de zak af maar die is helaas helemaal in orde. 
Vannacht duurt het lang voor we iets vinden, bijna de hele zak moet worden omgekeerd voor we het eindelijk zien: middenonder blaast het matras luchtbelletjes.  
Het is inmiddels drie uur.

De rest gaat gelukkig snel, het is net als bij een fietsband. Eerst alles zo droog mogelijk maken. Dan de plaats waar het gat zit opschuren en tot slot gewoon een plakkertje erop.
Het bed bijvullen en de troep opruimen kan wachten tot morgen. 
Vannacht zal steeds bij het omdraaien mijn knie, mijn heup of mijn achterwerk de houten bedbak-bodem raken omdat er nog te weinig water in zit, maar dat is niets vergeleken bij liggen in die natte watersoep.

Ik spoel nog even snel de ergste stank van me af en kruip in bed. 
Niets staat nog een paar uur weldadige, warme en vooral droge nachtrust in de weg.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten